Het geen dat je maakte kon gebruik worden als theaterdecor, misschien wel een achtergrond zijn voor een animatiefilm, mocht groot worden, maar ook in miniatuur.
Omdat een decorstuk meestal maar van één kant bekeken wordt - vanuit de zaal - kwam de term 'twee-en-half-dimensionaal' naar boven. Wel ruimtelijk, maar het hoeft bijvoorbeeld geen achterkant te hebben.
Tijdens de eerste les moesten we een klein stukje bouwen uit onze stad, of aan de hand van het verhaal. Door dit te fotograferen krijgt het zeer beperkte materiaal dat voor handen lag een heel andere functie.
Hier wat resultaten van deze eerste poging met papieren trappetjes en touwtjes
Ik heb nog wat foto's gemaakt van deze en ander bouwwerkjes. Vervolgens heb ik ze gebruikt voor wat schetsen; hoe teken je een loopbrug met perspectief etc.
Ook heb ik wat schetsen omgezet in 3-d: ik had wat hangende tentjes getekend en Sander was eigenlijk wel benieuwd hoe deze er dan in het echt uit zouden zien. Ik ben meteen aan de slag gegaan met karton, ijzerdraad, satéprikkers en kalkpapier...
van 2-D naar 3-D:
Volgende - en laatste vraag-, waar ga je deze foto's/decors voor gebruiken?
De foto's van de hangende hutjes hadden naar mijn mening wel een bepaalde sfeer, ze vertelden wel iets, maar niet het hele verhaal. Aan de foto's kon nog makkelijk iets toegevoegd worden, tekst bijvoorbeeld. Een bruikbare achtergrond voor een affiche of boekomslag dus! Ik ben vervolgens een beetje gaan spelen met tekst in het beeld, zie hier onder. Sander kwam nog met het idee om de hutjes te fotograferen voor een (getekende) achtergrond, om het beeld zo nog een beetje extra diepte te geven.


